Carlos Sainz hoopt dat de nieuwe Ferrari makkelijker te besturen is dan zijn voorganger, de SF-23. De Spanjaard won weliswaar een wedstrijd in dat model, maar geeft toe dat die bolide hem af en toe echt hoofdpijn bezorgde.
De SF-23 was vooral in de eerste seizoenshelft zo wispelturig als het Hollandse weer. Op het ene circuit ging het vrij aardig. Zo had Ferrari een goed weekend in Azerbeidzjan, Canada en Oostenrijk, maar kwam het totaal niet uit de verf in Saoedi-Arabië, Spanje, Groot-Brittannië en Hongarije. De auto was lastig af te stellen, onvoorspelbaar, had vrij veel onderstuur en vrat met regelmaat de banden op. In de tweede seizoenshelft ging het een stuk beter. Sainz won een wedstrijd, Leclerc pakte veel pole positions en stond vaak op het podium, maar de auto bleef zijn beperkingen hebben en dus hoopt Sainz op een 'makkelijkere' auto in 2024.
"Er werd vaak beweerd dat ik deze auto 'fijn' vond om in te rijden, maar het tegendeel is waar. Deze auto gaf mij kopzorgen. Niet alleen mij, maar ook Charles en het hele team", vertelt Sainz aan het Spaanse AS. "Ik moest mijn rijstijl aanpassen en heb veel verschillende setups uitgeprobeerd. Ik hoop dat we in 2024 een makkelijkere auto hebben om af te stellen en vooral om mee te racen", besluit de Ferrari-piloot.
Lees ook: Frederic Vasseur: Ferrari-auto is 95 procent nieuw in 2024
Lees ook: Lando Norris: Kies mijn duels uit