Formule 1 voor rookies – Nederlanders in de Formule 1, deel 1

images_Formule1_Jan_Lammers_March_1992

Max Verstappen is de vijftiende Nederlander die gaat racen in de Formule 1. Hij treedt in de voetsporen van vader Jos, die de meest succesvolle landgenoot is in de koningsklasse van de autosport. Het begint allemaal in 1952 als twee Nederlanders zich inschrijven voor de Grand Prix van Nederland in Zandvoort: Jan Flinterman en Dries van der Lof.

De verwachtingen vooraf zijn niet hooggespannen. Het tweetal zal zich niet mengen in de strijd om de ereplaatsen, maar de prognose is wel dat Van der Lof in de middenmoot kan meedoen. Hij kruipt in Zandvoort achter het stuur van een HVM. Dat Flinterman in de Maserati van Escuderia Bandeirantes plaatsneemt, is verrassend. Maus Gatsonides is eerste keus, maar die meldt zich in de aanloop van de Nederlandse Grand Prix ziek af.

Op grote achterstand

Van der Lof en Flinterman kwalificeren zich op de voorlaatste startrij. Tijdens de race speelt het duo geen rol van betekenis. Van der Lof bezoekt de pits meerdere malen wegens problemen. Dat kost hem zoveel tijd, dat hij uiteindelijk niet in de uitslag wordt opgenomen omdat hij te weinig ronden heeft afgelegd. Flinterman zet zijn Maserati al na zeven ronden aan de kant. Daarmee is zijn race niet ten einde. Teamgenoot Chico Landi staat zijn Maserati af aan Flinterman, die als zevende wordt geklasseerd op zeven ronden achterstand van winnaar Alberto Ascari.

Vijf jaar later dient zich een nieuwe Nederlandse Formule 1-coureur aan: Carel Godin de Beaufort. Vanwege zijn adellijke roots ook wel ‘de racende jonkheer’ genoemd. Hij is een imposante verschijning met een lengte van twee meter lang en een gewicht van 118 kilo.

Eerste Nederlandse WK-punt

Godin de Beaufort debuteert in 1957 tijdens de Grand Prix van Duitsland. Onder de vlag van zijn eigen team Ecurie Maarsbergen finisht hij als 14de. In 1962 zorgt hij voor een Nederlandse primeur door het eerste WK-punt te veroveren dankzij een zesde plaats tijdens de Grand Prix van Nederland.

In dezelfde race op Zandvoort maakt Ben Pon in een bolide van Ecurie Maarsbergen zijn debuut. Het wordt zijn eerste en enige Formule 1-race. In de tweede ronde crasht Pon. Hij wordt uit de auto geslingerd, maar blijft ongedeerd. Hij zweert nooit meer plaats te nemen in een single-seater en voegt de daad bij het woord.

Godin de Beaufort bezwijkt aan verwondingen

Godin de Beaufort rijdt in 1962 in Frankrijk nog een keer in de punten. Ook het jaar daarop is hij twee keer succesvol met een zesde plaats, in België en de Verenigde Staten. In 1964 crasht hij tijdens de training op de Nürburgring. Hij loopt zware verwondingen op aan hoofd, borst en benen. Drie dagen na het ongeluk bezwijkt hij in het ziekenhuis aan zijn verwondingen.

In de jaren zeventig komen liefst vijf Nederlanders in actie in de Formule 1. Gijs van Lennep heeft van dat vijftal het meeste succes. Hij debuteert in 1971 verdienstelijk in Zandvoort met een achtste plaats. Van Lennep rijdt in een auto ingeschreven door de Stichting Autoraces Nederland.

Van Lennep bezorgt Williams eerste punt

Nadat hij Europees kampioen Formule 5000 wordt, keert Van Lennep in 1973 terug in de Formule 1. Hij bezorgt de renstal van Frank Williams het allereerste WK-punt. Voor eigen publiek komt Van Lennep als zesde over de finish. Dat kunststukje herhaalt hij twee jaar later in Duitsland, rijdend in een Ensign. Het is zijn laatste race in de koningsklasse van de autosport.

In dat laatste jaar van Van Lennep in de Formule 1 staat Roelof Wunderink voor hetzelfde Ensign in Spanje aan de start. Hij haalt in zijn debuutrace de finish niet. In Monaco en Italië kwalificeert Wunderink zich niet en in Oostenrijk wordt hij niet geklasseerd. Het seizoen daarop schrijft Wunderink zich in voor twee races. In Engeland weet hij zich niet te kwalificeren voor de race en in de Verenigde Staten valt hij uit.

Weinig succes voor Boy Hayje

In 1976 staat in Zandvoort opnieuw een Nederlander aan de start. Het is Boy Hayje. In een Penske haalt hij de finish niet. Een jaar later gaat het niet veel beter. Achter het stuur van een March weet hij zich vier keer niet te kwalificeren. In Zuid-Afrika valt Hayje uit en in België wordt hij niet geklasseerd.

In 1977 probeert naast Hayje ook Michael Bleekemolen zich te kwalificeren voor de Nederlandse Grand Prix. Hij slaagt, rijdend voor March, niet in deze opzet. Een jaar later probeert Bleekemolen het opnieuw. In een ATS weet hij zich opnieuw niet te kwalificeren voor zijn thuisrace. Ook in Italië sneuvelt hij in de kwalificatie en in Canada komt Bleekemolen niet door de pre-kwalificatie. In de Verenigde Staten kwalificeert hij zich wel, maar valt hij vervolgens uit.

Lammers tekent bij Shadow

Jan Lammers slaagt er in 1979 als eerste Nederlander in een contract te tekenen voor een volledig Formule 1-seizoen. De 22-jarige Zandvoorter gaat racen voor Shadow. Het wordt een moeilijk seizoen, maar een negende plaats in Canada is zijn beste resultaat.

Hij maakt de overstap naar ATS. Voor de eerste drie races weet hij zich niet te kwalificeren, maar in Long Beach staat hij vierde op de startgrid. In de race kan Lammers niets uitrichten omdat na honderd meter de steekas breekt en hij moet opgeven. Tijdens het seizoen stapt hij over naar Ensign. Het is geen gelukkige overstap. Lammers weet zich slechts drie keer te kwalificeren voor de race.

Verrassende comeback Lammers

In 1981 keert hij terug naar ATS, maar komt slechts vier weekenden in actie. Hij vindt het jaar daarop onderdak bij Theodore. Ook dit is geen gelukkig huwelijk. Lammers keert de Formule 1 de rug toe, maar maakt in 1992 een verrassende comeback. Bij March rijdt hij de laatste twee races van het seizoen. Lammers tekent een contract voor 1993, maar twee dagen voor de start van het seizoen gaat het team failliet. De Formule 1-carrière van Lammers zit er definitief op.

Morgen deel 2 over de Nederlanders in de Formule 1.

Stel je vraag

Heb je een vraag voor Olav Mol? Stel hem dan hier!
Vraag insturen

Blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Aanmelden