De resultaten van de MotoGP op de eerste dag van de Grand Prix van Argentinië hadden veel weg van een lijst van de Moto3. Maar liefst 21 rijders zaten binnen een en dezelfde seconde van elkaar, met Andrea Dovizioso als aanvoerder en Jorge Lorenzo op 0.978 als hekkensluiter. Alleen Hafizh Syahrin viel buiten de seconde.
Het stond allemaal zo dicht bij elkaar dat het kleinste foutje meteen een enorm verschil maakte en de posities voortdurend wisselden. Het eind van het liedje was dat Andrea Dovizioso de voorlopige poleposition voor zich opeiste, voor collega-Ducati-rijder Jack Miller (vorig jaar op poleposition in Argentinië) en Yamaha-coureur Maverick Viñales (op poleposition in Qatar). De snelle tijden voor de twee Ducati’s zijn opvallend: het circuit van Termas de Rio Hondo is over het algemeen geen ‘Ducati-baan’. Zou het dan toch de omstreden achtervleugel zijn die het verschil maakte?
Over de spoiler onderaan de machine bij de achterband is de afgelopen weken veel te doen geweest. Honda, Aprilia, KTM en Suzuki maakten bezwaar tegen het ding omdat het niet bedoeld zou zijn voor koeling van de achterband, zoals Ducati aanvoert, maar als een aerodynamische toevoeging om meer downforce te creëren. Het was een politiek spel over de interpretatie van regeltjes tot drie cijfers achter de komma.
De vleugel van Ducati werd door de beroepscommissie van de internationale motorsportfederatie FIM als ‘niet-illegaal’ aangemerkt, zodat Dovizioso, Miller en Danilo Petrucci ook in Argentinië gewoon mét achterspoiler op de baan kwamen. Voor de zwaardere Petrucci hielp dat overigens niet zo heel veel; met de dertiende plaats was hij verre van tevreden.
Met een andere nieuwe gadget van Ducati – de zogenoemde holeshot device die zou helpen bij de start – werd bij de proefstarts aan het einde van de sessie de draak gestoken door Cal Crutchlow en Alex Rins, die het niet konden laten om Jack Miller wat te zieken. De Australiër liet hen vervolgens met evenveel plezier zijn achterkant zien.
https://twitter.com/MotoGP/status/1111706374818418688
Hoe representatief de resultaten van de eerste dag zijn is nog maar de vraag. Marc Marquez, in de eerste sessie nog riant aan de leiding, besloot geen uitgesproken time attack te doen en bleef de hele tweede training (19 ronden) op dezelfde banden rijden. Mede daardoor kwam de regerend wereldkampioen in de tweede training op de achtste plaats uit.
De Yamaha’s hadden in de eerste training te kampen met wheelspin. Dat probleem werd in de tweede training verholpen, waardoor ze een flinke sprong maakten en met alle vier de machines in de top 10 eindigden: Viñales op 3, de opnieuw verrassende Fabio Quartararo op 5, Valentino Rossi op 6 en Franco Morbidelli op 9.
Prima eerste dag voor Bendsneyder
In de Moto2 deed Bo Bendsneyder het prima. De Rotterdammer zat in de eerste training al een hele tijd in de top 10 en sloot de dag uiteindelijk af als twaalfde. Dat geeft recht op een plaats in Q2, de tweede kwalificatiesessie op zaterdag, mits hij ook in de derde training binnen de top 14 blijft.
“We hadden een goede eerste sessie en in FP2 gingen we verder op dezelfde harde band en ik was meteen al sneller”, vertelde Bendsneyder. “Voor de time attack met de zachtere band hebben we ook enkele aanpassingen gedaan om het aanremmen te verbeteren. Het heeft allemaal goed uitgepakt, dus ik ben tot nu toe best tevreden. Maar de verschillen zijn klein en ik denk dat we morgen nog wel even flink aan de bak moeten – als het droog blijft – om binnen de top 14 te blijven zodat we direct naar Q2 kunnen. Daar gaan we voor.”
De voorlopig snelste tijd in de Moto2 was voor Tom Lüthi. In de Moto3 was John McPhee de rapste.