De racefamilie Hill is een van de succesvolste geweest in de geschiedenis van de Formule 1. In 1996 pakten ze het record voor de eerste familie bij wie zowel de vader als de zoon wereldkampioen werd. Deze aflevering van de Vaderdagspecial gaat over vader en zoon: Graham en Damon Hill.
Graham Hill
Zowel Graham als Damon hadden beiden in eerste instantie eigenlijk meer interesse voor motoren dan voor auto’s. Het was dan ook te danken aan een advertentie voor een paar ronden op Brands Hatch die Graham ervan overtuigde de auto in te stappen. Naast autoracen was Graham toentertijd overigens ook fanatiek roeier. Na een succesvolle Formule 3-periode voor Cooper werd Graham mechanicus bij Lotus, waar hij eigenlijk gewoon in de cockpit wilde zitten. Dit gebeurde in 1958, toen hij debuteerde in Monaco. Die eerste twee jaren bij Lotus waren desastreus; Hill viel bijna in elke race uit. Succes zou er eigenlijk pas komen bij BRM, waar Graham in 1960 in Nederland een eerste podium pakte. Ook daar waren de eerste twee jaren vooral gekend door uitvalbeurten, maar in 1962 was het raak. 6 podiums, waarvan 4 overwinningen, gaven Graham de titel na een seizoenslang gevecht met Jim Clark.
De drie jaren daarop gaven Graham weliswaar overwinningen, maar telkens weer stond de tweede plek aan het einde van het seizoen achter zijn naam. In 1967 ging Graham naar Lotus, waar hij in bijna elke race uitviel. Een jaar later kwam er wel een titel, maar Graham verloor door de dood van Jim Clark ook een goede vriend. De jaren daarna zakte het gevoel een beetje weg bij Graham, toen hij reed voor o.a. Brabham, Shadow en zijn eigen team, Embassy Hill. Dit verhaal kreeg een abrupt einde toen Graham in 1975 overleed in een vliegtuigcrash.
Damon Hill
In 1960 kwam Damon ter aarde, en ook hij had eerst interesse in motoren. Mede door zijn moeder koos hij toch voor de auto’s. Hill kende het niet eenvoudig in de juniorenklassen; in de F3000 won hij geen enkele race. Desondanks werd Damon in 1991 testcoureur voor Williams. Het jaar erop reed Damon nog even mee voor Brabham, maar na Hongarije moest dat team de handdoek in de ring gooien. Gelukkig belandde Damon in 1993 bij het competitieve Williams, dat net Nigel Mansell aan een titel had geholpen. Hoewel Damon races wist te winnen is het zijn gevecht met Schumacher in 1994 dat de fans het meest bij zal blijven. In Adelaide stuurde Michael in op Damon, die daarmee zijn ophanging zodanig beschadigde dat hij uit de titelstrijd lag. Michael kon door en haalde daarmee zijn eerste wereldtitel voor Benetton binnen.
Ironisch genoeg was het juist Damon die het jaar daarop geregeld tegen Michael aanreed. In 1996 kwam in Suzuka toch de felbegeerde titel, waarmee Damon als eerste als ‘zoon van’ een wereldtitel wist te pakken.
Hill won in 1997 nog bijna een race voor Arrows in Hongarije, maar dat sprookje kwam net niet uit. In 1998 schreef hij nog wel de chaotische race in België op zijn naam, weliswaar nadat teamorders Ralf op zijn plek hielden. Na 1999 had Damon er wel genoeg mee en verliet hij de sport. Damon is nu vader van vier kinderen en onderdeel van de Engelse Sky Sports crew.
Hoe de twee coureurs uiteindelijk tegen elkaar opwogen zie je in de onderstaande tabel:
| Vader | Zoon | |
| Jaartallen actief | 1958-1975 | 1992-1999 |
| GP starts | 176 | 115 |
| Punten | 289 | 360 |
| Overwinningen | 14 | 22 |
| Poles | 13 | 20 |
| Wereldtitels | 2 | 1 |
