Stoffel Vandoorne is er van overtuigd dat hij - ondanks tegenvallende resultaten - ook volgend seizoen een stoeltje heeft bij McLaren.
De Belg is al jarenlang een protegé van het team uit Woking. Na een invalbeurt in 2016 in Bahrein, mocht hij vorig jaar voor het eerst een compleet seizoen rijden. Dat resulteerde in dertien punten en een zestiende plaats in het kampioenschap.
Dit jaar behaalde de Belg weliswaar al acht punten, maar daar tegenover staat dat teamgenoot Fernando Alonso al op veertig staat en dat de Belg er in het onderlinge kwalificatieduel bar slecht van afkomt: Alonso was tien keer sneller dan Vandoorne.
De prestaties - of het gebrek daar aan - voeden de geruchten dat McLaren volgend seizoen iets anders wil: F2-coureur Lando Norris zou kandidaat zijn en het team zou het liefst een ervaren coureur naast hem willen plaatsen. Dat zou Alonso kunnen zijn, maar mocht die vertrekken naar de Indy Cars dan overweegt McLaren Kimi Raikkonen en ook Daniel Ricciardo werd al kortstondig genoemd.
Geen prettige vooruitzichten voor Vandoorne die zich echter geen zorgen maakt: "Natuurlijk zijn de afgelopen anderhalf jaar nou niet zo verlopen als ik had gehoopt. We hebben een auto waarmee het moeilijk is om in de punten te rijden. Onder die omstandigheden is het niet altijd makkelijk om mooie dingen te laten zien, maar dat is nu eenmaal zo. Ik heb wel het gevoel dat ik door alle tegenslagen een betere coureur ben geworden. Ik voel me nu veel zekerder: in de manier waarop ik me voorbereid op een raceweekend, hoe ik trainingssessies in ga. Ik voel dat ervaring helpt."
