Lando Norris kan niet wachten totdat hij weer 'echt' kan gaan racen. De 20-jarige weet echter ook dat de FIA en de Formule 1 voor lastige beslissingen staan. Hij denkt dat als er iets mis gaat, dat grote gevolgen heeft voor de sport.
Norris vermaakt zich deze weken vooral op zijn eigen simulator. Om scherp te blijven maar natuurlijk ook voor het plezier en de mogelijkheid om in veel verschillende raceklassen online te kunnen racen. Dit weekend maakt hij namens McLaren zijn debuut in de IndyCar iRacing Challenge op het Circuit of The Americas.
''Ik heb nog nooit in een IndyCar-auto gereden, maar er is geen stuurbekrachtiging dus fysiek is dat een van de moeilijkste dingen. In de F1 krijgt je nek het fysiek zwaarder. Er zijn verschillende dingen waar je aan moet wennen. De nek is een van de moeilijkste dingen om in de winter sterk te houden.''
De McLaren-coureur denkt dat als er weer geracet kan worden het een erg zwaar gaat worden. ''Met veel en lange races in een korte tijd moet je daar fysiek klaar voor zijn en dat is nu niet makkelijk om bij te houden. Het wordt hoe dan ook een uitdaging, ook omdat de auto's dit jaar weer sneller zijn dan vorig jaar. Het wordt weer fysieker maar dat geldt voor ieder jaar en dat is ook een deel van de uitdaging.''
De Brit kan niet wachten tot hij weer in zijn McLaren kan springen en samen met zijn team de auto kan verbeteren. Wanneer dit weer kan en gaat gebeuren is onbekend. Dit hangt af van de situatie en wanneer de veiligheid voor iedereen gewaarborgd kan worden.
''Natuurlijk willen veel mensen het'', vertelt hij aan Autoweek. ''De Formule 1 wil het. De fans willen het. Maar er zijn nog veel meer mensen in de wereld die door het virus kunnen worden getroffen. Als er iets misgaat, kan het grote gevolgen hebben voor de sport. De verantwoordelijken moeten een moeilijke beslissing nemen over hoe het verder moet.''
''Tegelijkertijd hou ik van echt racen. Ik woon op twee minuten afstand van McLaren. Ik fiets er de meeste dagen of ik ren voorbij. Het is triest om te zien waarin het zich in bevindt momenteel. Letterlijk met bijna niemand aanwezig, behalve de jongens en meisjes die aan het ventilatorproject werken. Dat is raar om te zien'', besluit hij.
