Red Bull-coureur Daniel Ricciardo is de inhaalkoning van 2017 en volgt daarmee zijn teammaat Max Verstappen op die deze eer in 2016 te beurt viel. Het afgelopen Formule 1 seizoen kent echter nog meer verliezers, want het totaal aantal inhaalacties halveerde als gevolg van de snellere en bredere wagens. Dat blijkt uit cijfers die bandenleverancier Pirelli heeft vrijgegeven.
Saillaint detail; het gaat daarbij om feitelijke inhaalacties op de baan in snelle rondes, en ook telt de eerste ronde van elke race niet mee. Bovendien zijn inhaalacties als gevolg van mechanische problemen of blauwe vlaggen niet meegeteld.
Silverstone
In totaal waren er dit jaar 435 inhaalacties gedurende 20 races. In 2016 waren dat er nog 866, zij het over 21 races. Ricciardo maakte 43 acties, waaronder 13 in één en dezelfde race. In Silverstone klom de Australiër op van de negentiende naar de vijfde plek. Zijn jaartotaal staat in schril contrast met de 78 inhaalacties die Verstappen in 2016 maakte, maar de Nederlander maakte dit jaar zelf slechts 22 inhaalacties.
Verstappen deelt overigens wel een illustere statistiek met viervoudig wereldkampioen Lewis Hamilton, beide coureurs werden dit jaar het minst ingehaald, namelijk elk twee keer. Het gebrek aan inhaalacties werd al verwacht als gevolg van de nieuwe look van de racewagens, immers, sneller door de bochten maar moeilijker om in te halen op de langzamere circuits van de kalender.
Eén inhaalactie
De statistieken laten nog een aantal opzienbarende zaken zien. Zo werd tijdens de Russische Grand Prix slechts één inhaalactie genoteerd. De Grand Prix van Azerbeidzjan was daarentegen de drukste. Maar liefst 42 inhaalacties werden geteld. Het team van Red Bull maakte dit jaar de meeste inhaalacties en werd samen met het team van Ferrari zelf het minst ingehaald.
