In het boek ‘Zo werkt de Formule 1’ legt Olav Mol het een en ander uit over elektronica.
Van een belangrijk deel van wat er zich in een Formule 1-auto afspeelt zie je als toeschouwer of televisiekijker helemaal niets: de elektronische systemen voor allerhande functies en de computertechnologie die deze systemen volgt en soms bijstuurt.
Drive by wire
Allereerst zijn er de systemen – drive by wire geheten – die gebruikt worden om de bewegingen van de pedalen en commando’s met de knoppen op het stuur om te zetten in data die de wielen, remmen en motor aansturen. Als een coureur bijvoorbeeld het gaspedaal indrukt, zet een computer die druk om in een commando aan de gaskleppen. Tussen het pedaal en de motor zit geen directe verbinding, maar een computer die daarbij ook nog een aantal andere zaken afweegt dan alleen hoe hard de coureur op het pedaal drukt. Tijdens de regen zal hij bijvoorbeeld letterlijk wat gas terugnemen om te voorkomen dat de wielen gaan spinnen bij het wegrijden. Een ander voorbeeld is de pit limiter. Door een knop op het stuur in te drukken regelt een computer dat de auto niet harder dan de maximaal toegestane 80 km/u kan als hij door de pitstraat rijdt.
Sensoren
Ook zijn er circa 150 sensoren op een auto die van alles in en om de wagen in de gaten houden. De temperatuur van de banden, de motor en de olie worden bijvoorbeeld continu in de gaten gehouden, net als de hoeveelheden energie die het ERS opwekt, op voorraad heeft en weer afgeeft.
Analyse van de gegevens
Alle systemen verzamelen tijdens een race en tijdens het testen en trainen gegevens om direct de coureur te kunnen adviseren, maar de data worden ook opgeslagen om later te analyseren. Die analyses worden gebruikt om de afstellingen aan de auto’s te veranderen of om onderdelen van de auto te verbeteren. Ook wordt een deel van de informatie met de coureur besproken, van heel praktische dingen zoals de beste rempunten tot strategische zaken als het beheersen van de bandentemperatuur om er een paar ronden langer op te kunnen rijden.
Niet alleen de rekenkracht van de computers is in de loop der jaren flink toegenomen, ook de hoeveelheid gegevens die via internet en eigen verbindingen van de auto naar het team gaat en vice versa is enorm gegroeid. ‘Het team’ omvat niet alleen de mensen in de pits, maar ook de medewerkers op de fabriek, soms aan de andere kant van de wereld, die realtime op computerschermen volgen wat er allemaal in de auto gebeurt. Zij hebben meer afstand en worden niet gehinderd door het soort spanning dat in de pitbox of aan de pitmuur kan heersen, waardoor ze soms dingen zien die beslissend kunnen zijn voor de wedstrijd.
Wil je meer weten over de achtergronden van de Formule 1? Lees dan ‘Zo werkt de Formule 1’.
