In het boek ‘Zo werkt de Formule 1’ legt Olav Mol het een en ander uit over de Paddock en pits.
Op alle circuits is een vast aantal zaken te vinden. Naast de racebaan is er de paddock met daarbinnen de pits en de pitstraat en de ruimtes waar uitgenodigde sponsors en kopers van de duurdere kaartjes kunnen vertoeven. Er is altijd een medisch centrum, een perscentrum, een tv-compound, en uiteraard de tribunes voor het publiek met daarbij vaak een markt voor de merchandise van de teams en rijders. Bij sommige circuits, zoals Monza en Silverstone, vind je ook musea met auto’s en andere spullen uit vervlogen racetijden en in Abu Dhabi is naast het circuit een compleet Ferrari-pretpark met achtbaan aangelegd.
De paddock is de plaats waar de teams hun vrachtwagens met de auto’s en de inboedel van de garage parkeren. Ook staan hier de motorhomes van de teams, dit zijn vrachtwagens die uitgeklapt worden tot complete restaurants en kantoren voor de teams en hun vipgasten. Vanuit de eerste set vrachtwagens worden de garageboxen of pitboxen ingericht met alles wat een team maar nodig heeft, zoals rolkasten met gereedschap, tankinstallatie, banden, computers en communicatieapparatuur. Ook wordt er aan de muur van de pitstraat een plek ingericht waar een aantal mensen van de teamleiding kan zitten achter computerschermen met alle informatie over de race, de auto en - indien nodig - de weersvoorspellingen. Tussen die muur en de garageboxen ligt de pitstraat van waar de auto’s de racebaan oprijden en er weer terugkeren.
Ieder team heeft tijdens een seizoen een vaste plaats in de paddock. De kampioen van het jaar ervoor krijgt de eerste garagebox toegewezen, de hekkensluiter de laatste. Ook is er een garagebox voor de FIA waar de auto’s en de rijders gewogen kunnen worden en eventuele inspecties aan de auto’s kunnen worden uitgevoerd. De FIA heeft in de paddock een controlekamer voor de wedstrijdleiding van waaruit ze via tv-beelden, eigen camerabeelden en tal van elektronische systemen de wedstrijd kunnen volgen en waar nodig kunnen ingrijpen. Boven de garages zit vaak de pers, een deel ervan in het perscentrum en een deel in de commentaarposities voor radio en tv op de momenten dat er actie op de baan is. Als er niet gereden wordt is veel pers te vinden bij de teams en in de ruimtes achter de garages om daar te praten met rijders en mensen van de teamleiding. De televisieploegen hebben daarnaast nog een tv-compound, waar de voorzieningen zijn om al het zelfgemaakte beeldmateriaal naar de landen uit te sturen waar het op televisie wordt uitgezonden. De beelden van de actie op de baan worden door de FOM zelf gemaakt en ook via die compound over de wereld verspreid naar de televisiezenders die de rechten hebben gekocht.
Wil je meer weten over de achtergronden van de Formule 1? Lees dan ‘Zo werkt de Formule 1’.
