In het boek ‘Zo werkt de Formule 1’ legt Olav Mol het een en ander uit over strategie en pitstops.
Voorafgaand aan de race bepalen de teams en de rijders de strategie. Daarbij draait het vooral om de vraag: hoeveel ronden wordt er op welke banden gereden? Vanwege de regel dat er tijdens de race op minimaal twee verschillende bandensoorten moet worden gereden, moet voor iedere auto minimaal één pitstop worden gepland. Bij een aantal races kan die ene stop voldoende zijn, maar op circuits waar de banden harder slijten, omdat ze meer bochten hebben of het asfalt wat ruwer is, worden soms ook twee of drie pitstops gepland. Het vooraf doorrekenen van de beste strategie wordt gedaan met behulp van computers met gespecialiseerde software die rekening houden met verschillende scenario’s.
Omdat niet alles vooraf te plannen is, gebruiken de teams die software ook tijdens de race om de strategie bij te stellen. In het geval van een crash rijden de andere auto’s bijvoorbeeld vaak een aantal ronden op lagere snelheid achter de safetycar, waardoor de banden weer langer goed blijven. Het ideale moment om van banden te wisselen kan daardoor veranderen. Soms zie je bij een safetycar-situatie ineens een groot aantal coureurs de pits inrijden om eerder dan gepland een bandenwissel te doen, omdat het veld dan langzamer rijdt verliest een auto minder tijd op de rest dan wanneer iedereen op volle snelheid rijdt. Wel kan een coureur dan tijdelijk iets meer posities verliezen, die hij later weer terugwint als de andere auto’s alsnog hún pitstop maken, maar dan met meer tijdverlies omdat iedereen weer op volle snelheid rijdt. Om al de afwegingen razendsnel en op ieder moment te kunnen maken draaien de computers met de software tijdens de hele race mee in zowel de pits als op de fabrieken van de teams. De race engineers en de teambaas beschikken daardoor altijd over de best mogelijke informatie om te kunnen beslissen wanneer hun coureurs het beste hun pitstops kunnen maken.
In de praktijk kunnen echter de beste computers met de knapste koppen erachter één ding nooit perfect voorspellen: het weer. Daarom ontstaan tijdens races met wisselende weersomstandigheden de meeste verrassingen in de posities op de baan. Alle teams hebben de beschikking over uiterst geavanceerde manieren om het weer te voorspellen, maar de keuze voor wat de snelste bandensoort is kan in één rondje alweer veranderen.
Wil je meer weten over de achtergronden van de Formule 1? Lees dan ‘Zo werkt de Formule 1’.
