In het boek ‘Zo werkt de Formule 1’ legt Olav Mol het een en ander uit over het publiek.
Een Formule 1 Grand Prix bijwonen betekent voor sommige fans het bezoeken van de daadwerkelijke wedstrijd op zondag. Voor veel anderen is het echter een compleet weekend weg, zeker als het gaat om de Europese races in de zomer. Door het programma is er zowel op vrijdag, zaterdag en zondag actie op de baan. Andere raceklasses zoals de Formule 2, GP3 en de Porsche Supercup hebben namelijk vaak diezelfde dagen ook hun competitie als bijprogramma van de Formule 1.
De sfeer op een tribune bij de Formule 1 is vaak een mix van gezelligheid en gezonde wedstrijdspanning. De fans van de verschillende teams en rijders zitten gewoon door elkaar. Taferelen als bij het voetballen, waar voor sommige fans de aanhangers van een ander team per definitie ‘de vijand’ zijn, zie je niet bij autosport. Wel komt het voor dat ze zich laten horen richting een rijder die – in hun ogen – onsportief rijdt of de wedstrijdleiding die een beslissing neemt die ze niet aanstaat. Toen in 2005 in Indianapolis maar zes auto’s van start gingen vanwege problemen met een van de bandenleveranciers, was een deel van het Amerikaanse publiek boos en teleurgesteld en vlogen de bierflesjes van de tribunes de baan op. En toen in 2016 tijdens de regenrace in São Paulo de race werd stilgelegd om even te wachten op rustiger weer, liet het Braziliaanse publiek zich luidkeels horen. Ze wilden een race zien, dáár waren ze voor gekomen.
Soms komt er zoveel publiek voor één rijder, dat er een aparte tribune voor ze wordt gereserveerd. Zo waren er bij de Grands Prix van België en Oostenrijk aparte tribunes voor de fans van Max Verstappen.
Wil je meer weten over de achtergronden van de Formule 1? Lees dan ‘Zo werkt de Formule 1’.
