Het duurde lang voordat Jenson Button te horen kreeg of hij zijn carrière in 2015 voort mocht zetten bij de nieuwe formatie van McLaren-Honda. De Brit was door de komst van Fernando Alonso opeens niet meer zeker van zijn plaats en moest voor het overgebleven stoeltje concurreren met Kevin Magnussen. McLaren koos uiteindelijk voor de voormalig wereldkampioen om daarmee, naar eigen zeggen, zo snel mogelijk een gooi te doen naar de titel. Het jaar 2015 bleek niet het seizoen te zijn waarin Button überhaupt mee kon doen om de bovenste plaatsen. Sterker nog, de Brit en McLaren beleefden een van hun slechtste jaren ooit in de Formule 1.
Voordat het seizoen überhaupt was begonnen, ging het voor de renstal uit Woking al mis. De nieuwe McLaren MP4-30 kon vanwege motorproblemen amper kilometers maken tijdens de wintertests. Het zou een voorbode zijn op de rest van het seizoen.
Geen snelheid
Dat de nieuwe McLaren-Honda niet betrouwbaar bleek, was al erg genoeg. Daar kwam nog eens bij dat de auto van Button en Alonso een chronisch gebrek aan snelheid had. Omdat het team van Manor niet meedeed in Melbourne stonden de McLarens op de laatste startrij. Althans, zo was de bedoeling. Kevin Magnussen, de vervanger van de geblesseerde Fernando Alonso, haalde het niet eens tot de grid. De Deen viel in de opwarmronde stil met een technisch probleem. Button ging wel van start en behaalde zelfs de finish. Een elfde stek was het resultaat. Een plaats die vooral te danken was aan het feit dat er slechts vijftien auto’s van start gingen en er vier uitvallers waren.
In plaats van de verwachtingen te temperen bleef McLaren-Honda, met autosportbaas Yasuhisa Arai voorop, hoog van de toren schreeuwen. Tegen het einde van 2015 moest McLaren-Honda kunnen concurreren met Mercedes voor overwinningen. Een uitspraak die later in het seizoen nogal pijnlijk zou zijn.
Nauwelijks progressie
De volgende races was er van progressie nauwelijks sprake. Button verscheen in Bahrein vanwege technische malheur niet eens aan de start en viel in Maleisië opnieuw uit. De keren dat hij wel aan de finish kwam, waren de punten ver weg.
In Monaco zag het er opeens een stuk beter uit voor Button. Op het stratencircuit van Monte Carlo speelt het vermogen van de motor een minder belangrijke rol en daar maakte Button dankbaar gebruik van. Zonder al te veel te mensen te passeren, stuurde Button zijn McLaren naar een achtste positie en haalde daarmee de eerste punten voor Honda sinds 2008 binnen.
Punten
Helaas voor de Brit bleek Monaco een uitzondering te zijn. In de drie daaropvolgende races haalde Button de finish niet. In Hongarije, ook een circuit waarop het meer gaat om downforce dan om topsnelheid, eindigde Button voor de tweede keer dit seizoen in de top-10. Ditmaal hengelde hij twee punten binnen met een negende plaats.
Anders dan bij zijn teamgenoot bleek de betrouwbaarheid van de McLaren van Button na de zomerstop redelijk in orde. Alleen in Singapore zag hij de finish vanwege een versnellingsbakprobleem niet.
Competitief in Austin
Dat Button vaker de finish haalde, betekende niet dat hij ook iedere race in de punten reed. De snelheid van de McLaren liet nog steeds te wensen over. Alleen in Sotsji en Austin pakte hij punten, waarbij moet worden gezegd dat de McLaren in Austin voor het eerst echt competitief was. Button liet zich zien met een aantal knappe inhaalacties wat hem uiteindelijk een zesde plaats opleverde.
De zesde plaats in Austin bleek het laatste serieuze wapenfeit van Button in 2015 te zijn. In zowel Mexico, Brazilië als Abu Dhabi bleef hij buiten het bereik van de punten.
Kampioenschap
Button eindigde het kampioenschap op een voor hem teleurstellende zestiende plaats. Omdat Alonso nog meer last had van de malaise bij McLaren-Honda eindigde de Brit nog wel voor zijn teamgenoot. De laatste keer dat Button zo laag eindigde was in 2008 toen hij eveneens uitkwam voor Honda. Om af te sluiten met een positieve noot: een jaar na dat rampseizoen in 2008 zag de wereld er voor Button compleet anders uit en werd hij wereldkampioen.