Joan Mir moest zich haasten om vanuit het medical center van het Bugatti-circuit in Le Mans op tijd te zijn voor de herstart van de Moto3-race. Mir was een van de velen die was betrokken bij een megacrash in bocht 6 in de tweede ronde van de wedstrijd. De Spanjaard wist het incident snel van zich af te zetten en won de ingekorte race met een straatlengte voorsprong. Bo Bendsneyder finishte keurig als negende.
De crash in de tweede ronde van de oorspronkelijke Moto3-race was het gevolg van een olielek bij Adam Norrodin (nr. 7), die in de eerste ronde betrokken was bij een crash met nog drie anderen. Bij die crash was het al een wonder dat niemand ernstig gewond raakte: Lorenzo Dalla Porta werd geraakt door de motor van Jakub Kornfeil (nr. 84). Norrodins motor was al eerder gaan lekken zo bleek later, want het oliespoor was over een groot stuk van het circuit verspreid.
Romano Fenati, aan de leiding van de wedstrijd, was de eerste die onderuit ging en minstens de helft van het veld volgde. Zeker vijftien motoren en rijders tuimelden over en door elkaar in de grindbak van La Chapelle. Joan Mir, Nicolo Bulega en Niccolo Antonelli kregen een dusdanige opdoffer dat ze zich moesten laten nakijken in het medical center.
Na de megacrash was het zaak om én de baan schoon te krijgen, én alle verkreukelde machines én de coureurs terug in orde te krijgen. Dat kostte ongeveer een half uur, maar toen kon toch iedereen (behalve Norrodin) beginnen aan een ingekorte race van zestien ronden.
Bulega had duidelijk te veel last van de crash. Hij zakte meteen terug naar de 24ste plaats. Ook Antonelli was verre van fit. Hij viel nog twee keer. Joan Mir leek nergens last van te hebben. Hij moest van een eindje terug komen (van de achtste plaats op de grid) maar werkte zich vlot naar voor. Nadat Romano Fenati, die net als in de eerste race de kop had gegrepen, was gevallen lag de weg voor Mir open. Binnen een paar ronden sloeg hij een gaatje dat snel opliep tot 5 seconden.
Achter Mir vochten Marcos Ramirez, Fabio di Giannantonio, Enea Bastianini, Juanfran Guevara en Darryn Binder een verbeten strijd om de podiumplaatsen. Binder wist aanvankelijk een crash op wonderbaarlijke wijze te voorkomen, maar een tweede keer lukte dat niet. Door die strijd kon ook Aron Canet weer aansluiten bij het groepje achter Mir. Hij was het die, net voor Di Giannantonio de tweede plaats opeiste.
Door het uitvallen van Romano Fenati en Jorge Martin en zijn derde overwinning in vijf wedstrijden bouwde Mir zijn voorsprong in het klassement uit tot 34 punten.
Bo Bendsneyder reed een solide wedstrijd en finishte als hoogst geklasseerde van de drie rijders van Ajo KTM op de negende plaats, net voor zijn (tijdelijke?) teamgenoot Danny Kent.
