Hoewel het met de kaartverkoop voor de Grand Prix van Duitsland goed gaat, is de toekomst van de race nog ongewis. Directeur Georg Seiler van de Hockenheimring was afgelopen weekend in Barcelona om met Formule 1-eigenaar Liberty Media om de tafel te zitten over een nieuw contract na 2018.
Hockenheim verkocht al 61.000 toegangskaarten en met nog zo’n tien weken naar de Grand Prix ligt de voorverkoop veertig procent hoger dan twee jaar geleden in dezelfde periode. Het is ook meer dan er in 2016 op de racedag op de tribune zaten.
Rode cijfers
Ondanks die goede kaartverkoop zal Hockenheim bij deze aantallen zo’n twee miljoen euro verlies lijden. Het circuit betaalt namelijk 12 miljoen euro voor de organisatie van de Grand Prix, een bedrag dat met de voormalige Formule 1-baas Bernie Ecclestone was uitonderhandeld.
Het uitgangspunt van Seiler in de gespreken met Liberty Media over een nieuwe overeenkomst is duidelijk. "Wij willen de Formule 1 graag behouden, maar we gaan hiervoor geen risico meer nemen. We hebben heel transparant uitgelegd wat er mogelijk is", zegt Seiler tegen de Duitse boulevardkrant Bild.
Alternatieve geldbronnen
Het circuit van Hockenheim ontbeert financiële overheidssteun en moet op zoek naar alternatieven om de fee te kunnen betalen. "Wij stellen het circuit beschikbaar. De anderen verdienen het geld. Om in de toekomst weer een Formule 1-race te organiseren op Hockenheim hebben we een investeerder of sponsor nodig", gaat Seiler verder.
Zo zou Hockenheim in plaats van de fee te betalen Liberty Media voor een groot deel kunnen laten delen in de inkomsten van het GP-weekend, van 20 tot en met 22 juli. Ook zou een samenwerking met de Nürburgring kunnen worden aangegaan. Hiervoor zou de ADAC, de Duitse ANWB, inmiddels als partner zijn gepolst.
